Vanmorgen kwam ik bij toeval in een wat afgelegen tuin hoekje. Er was daar een bijen beweging van jewelste aan de gang.
Ze waren bezig zich in een tros op te hangen aan een tak van de magnoliaboom.
Prachtig mooi, om die diertjes vol ijver en enthousiasme te zien vliegen, maar ik snapte dat we iets uit de buurt moesten blijven, ook al heeft het ras de naam, zachtaardig te zijn. Eerst moest ik maar eens
Op de website van de bijenvereniging stonden diverse adresgegevens maar geen telefoonnummer. Daarom heb ik het gemeentehuis gebeld en jawel, daar hielpen ze me aan het gevraagde. De imker kwam binnen een uur.
"Het is een zwerm van een jonge moer", zei hij. Dat zag hij aan de vorm van de tros. Toen hij, met gepaste kleding, de klomp in de mand geschud had, zag hij aan de manier van de vleugelbeweging van de bijen, dat de moer er bij zat. Dat heeft met haar geurverspreiding te maken. Het luchtje is essentieel voor het zwerm om bij elkaar te blijven. De werksters geven dit door, via vleugelbewegingen. Zo ruiken bijen die nog buiten zijn ook waar ze bij horen en heen moeten.
De korf wordt door de bijen ervaren als vast onderkomen en daaruit vliegen ze niet meer weg. Tot de avond moet het blijven hangen. Dan keren ze voor de nacht, naar hun korf of kast terug en is de imker er zeker van dat er niet veel achterblijven. Heen en terug plaatsen naar plaatsen met veel nectar, bv, de heide gebeurt daarom bij avond. Om die achterblijvers op te vangen, wordt vaak een klein korfje neergezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten