http://myrrhisodorata.blogspot.nl/p/munt.html

vrijdag 23 september 2022

Kasteel De Cannenburch

 Kasteelverhalen zijn meestal gewilde leesvoertjes voor de mensen. Nou, hieronder staan een paar pittige, interessante historische verhalen . 

De Cannenburch is er nog altijd en dankzij vele restauraties staat het bouwwerk stevig op zijn fundamenten. Leuk om te bezichtigen en om de grote parktuin, door grachten omgeven te bewonderen. 
Omdat we kasteel en tuinen al vaak gezien hebben, bezoeken wij ze soms nog wel eens als we gasten hebben.

Echter meerdere keren in het seizoen, doen we wel de speciale, leerzame, moes- en kruidentuin aan, waar meestal ook stekjes te koop zijn. Veel planten die er verbouwd worden zijn helemaal in de vergetelheid geraakt. Omdat ze vroeger in de keuken van het kasteel bereid werden voor de maaltijden, probeert men al die oude gewassen te handhaven. Een stekje boomspinazie heb ik gekocht om eens uit te proberen. Het blad is goed te eten, doet een beetje aan spinazie denken. De bovenste bladen zijn mooi helder rood en ook het zaad aan lange pluimen, is roodachtig. De prachtige plant  kan wel twee meter hoog worden. Het is een melde soort die zich gemakkelijk uitzaait en daarom heel geschikt voor permacultuur. 
Voor de kasteeltuinen hoeft men geen entree te betalen. 

Een restaurant en leuke winkel zijn aan het voorplein te vinden.

_________


Link naar het krantenartikel

Onderaardse gang De Cannenburch bestaat echt 

Wegens instortingsgevaar dichtgemetselde vluchtroute verdween in het vergeetboek

9 minuten leestijd

VAASSEN - Even buiten de dorpskom van het 1100-jarige Vaassen ligt kasteel De Cannenburch. De leeftijd van het dorp haalt het niet, maar met zijn zes eeuwen intensieve bewoning en een boeiende geschiedenis van belegeringen, legenden over geheime, griezelige gangen en gewelven en kerkers, maar ook met kamers vol met gouden en zilveren schatten, is het kasteel wel een van de boeiendste van ons land.

In 1365 kreeg Peter van Steenbergen, een bastaardzoon van de hertog van Gelre, een stuk grond bij het dorp Vaassen ten geschenke om er een versterkt huis op te bouwen. De bouwstenen voor het huis werden in de omgeving in open veldovens gebakken van klei die afkomstig was uit leemkuilen in de omgeving van Gortel.

Van Steenbergen noemde zijn nieuwe huis De Cannenburch. De betekenis van de naam is ons niet bekend. Doordat de Heeckerense en Bronkhorster twisten destijds in Gelre woedden, was het een rumoerige en gevaarlijke tijd, waarbij de beide partijen elkaar fel bestreden, met alle gevolgen van dien. Hierdoor kon ook Van Steenbergen niet lang in rust en vrede van zijn nieuwe bezit genieten. In 1372 werd De Cannenburch belegerd door de Heeckerense troepen, onder Jan van Chattillen, graaf van Blois.

Na een beleg van acht dagen, waarbij het kasteel herhaalde malen met donderbussen was beschoten, moesten de verdedigers zich overgeven. De Cannenburch werd door de Heeckerensen ingenomen en volgens de gewoonte van die tijd geplunderd. Nadat het krijgsgeweld voorbij was, herstelde Van Steenbergen zijn vernielde kasteel weer en tot 1387 bleef De Cannenburch bezit van zijn familie. Daarna werd het goed een Gelders leen.

Onderaardse gang

In de loop der eeuwen hebben veel verschillende adellijke families en personen het kasteel bewoond, waarvan Maarten van Rossum, de krijgsoverste van de hertog van Gelre, wel de bekendste is. Hij was het ook die het middeleeuwse huis aanmerkelijk vergrootte en verfraaide. Toen Van Rossum in 1543 het kasteel kocht, moet het niet veel meer dan een ruïne geweest zijn.

De familie Van Isendoorn à Blois was wel de familie die het langst, meer dan drie eeuwen (1558-1865), onafgebroken de scepter op De Cannenburch zwaaide. De Isendoorns waren uiterlijk trots en zelfbewust, maar vriendelijk en minzaam als men ze nader leerde kennen.

Het is te begrijpen dat er over een kasteel dat vele eeuwen lang bewoond is geweest, en een levende rol in 's lands historie heeft vervuld, veel verhalen verteld en geschreven werden. Ze zijn waar of wat aangedikt, maar in ieder geval interessant om te lezen. Er is een verhaal over een geheime onderaardse gang van De Cannenburch, waarvan wel beweerd wordt dat die tot naar het kasteel Het Oude Loo loopt. Vrij algemeen beweert men, juist ook onderzoekers en geschiedschrijvers, dat deze gang niet bestaat. Dit laatste moet ik met klem tegenspreken, omdat ik er op mijn 15e of 16e jaar (nu ongeveer 68 jaar geleden) zelf geweest ben.

Nadat we de keuken en de waterput onder in het kasteel gezien hadden, zei onze gids: „Nu gaan we naar de geheime onderaardse gang". We liepen zo'n tien of vijftien meter een gang in, waarna de gids voor een deur bleef staan die links van deze donkere gang lag. Hij ontsloot die deur, waarna hij ons vertelde dat hij eerst vijf of zes treden naar beneden zou gaan en op de onderste trede zou blijven staan, waarna wij één voor één bij hem mochten komen om even in de gang te kijken.

Instortingsgevaar

Wegens instortingsgevaar mocht namelijk niemand verder de gang in. Er kwam ons een kille, muffe lucht tegemoet. Bij het schijnsel van de sterke zaklantaarn van de gids konden we zeker dertig veertig meter de gang in kijken. Hij stond gedeeltelijk onder water en hier en daar lagen brokken stenen die uit de muur of de zolder waren gevallen. Verder vertelde de gids dat de gang in zuidelijke richting liep, maar of hij werkelijk naar het oude Loo liep, zoals wel beweerd werd, wist hij ook niet. Wel stond vast dat de toegang van de gang binnenkort, vanwege het instortingsgevaar, dichtgemetseld zou worden.

Dat er dus een geheime vluchtgang bij De Cannenburch is, staat voor honderd procent vast, maar of die ook naar het Oude Loo loopt is niet zeker. De gang kan ook ergens op een geheime plaats in het bos uitkomen, vanwaar men dan verder kon vluchten.

Ridderromans

Het eigenaardige van de zaak is dat, toen ik later nog eens onder in de gewelven van De Cannenburch kwam en ik veronderstelde dat de geheime gang wel dichtgemetseld zou zijn, de gids mij heel verwonderd aankeek en vroeg ot ik ook ridderromans gelezen had. En toen ik mijn jeugdervaringen wilde vertellen, begon iedereen te lachen, zodat ik me maar stil hield. Was de gids nu zo dom of hield hij zich zo?

Vanwaar die geheimzinnigheid? Ook toen ik vorig jaar een gids in De Cannenburch even alleen sprak en hem ernaar vroeg, kreeg ik geen direct antwoord en draaide deze er maar wat omheen.

Een ander verhaal dat in de archieven is vermeld, gaat over een der laatste telgen van de Isendoorns. Deze daalde langs een van de geheime trappen af en trad een onderaards gewelf binnen, waaruit hem een akelige lucht tegenkwam. Wat Van Isendoorn daar te zien kreeg, is geheim gebleven. Wel is gezegd dat, toen de kasteelheer, doodsbleek en door de schrik bevangen, uit de onderaardse gewelven terugkeerde, hij geheel ontdaan een metselaar opdracht gaf om onmiddellijk de ingang naar deze onderaardse gewelven dicht te metselen. Enkele uren later gaf de heer Van Isendoorn de geest. Zijn geheim nam hij mee in het graf.

Legende

Het volgende verhaal is door mij opgetekend uit de mond van een oude inwoner van Epe. Het gaat over de enorme schatten die zich nog in de gewelven van De Cannenburch zouden bevinden. In hoeverre dit alles op waarheid berust, kan ik niet controleren.

Volgens de overlevering was het op een herfstachtige namiddag en was de grote gelagkamer van het café Lees hier verder


dinsdag 6 september 2022

Lycov familie over graan en aardappels

Een intrigrerend verhaal over een familie die jaren verborgen in de Taiga in Siberie overleefde, is beschreven in een boek, dat ook in het Nederlands vertaald is en 'Kluizenaars in de Taiga' heet. Ooit had ik op Ẃeb-log' een arikel geschreven over hun voedselverbouw, met name over rogge en aardappels. De laatste overlevende; Agafja een vrouw van zeven en zeventig jaar oud is, tobt al jaren met borstkanker. Lang geleden werden de 'Oud gelovigen'vervolgd, vanwege een klein geloofsverschil, die de Tsaar met de Patriach hen voorschreef. Ze moesten zich aan de nieuwe regel houden, maar de gemeenschap wenste zich aan de gebruiken van hun voorouders te houden. Het werd helaas op de spits gedreven.De bijzonder koppige vader Karp en zijn vrouw met twee kleine kinderen vluchtten steeds verder de Taiga in. Daar werd nog een zoon en dochter Agafja (Agaat) geboren. Vanaf de vondst van de familie tot nu toe, heeft de Russische regering, kosten nog moeite gespaard om Agafja's wens te vervullen, om in de taiga te blijven wonen. omdat ze niet aan een leven kan wennen onder de mensen. Het is goed geprobeerd om haar te verenigen met haar oud gelovige familie gemeenschap, maar dat lukte niet. In de leeslijst naast dit blog, is meer te vinden over hoe de oud-gelovige gemeenschap nu in rust en vrede leeft. Een video verslag van de prachtige maar moeilijke reis naar Agafja, door de taiga en hoe ze daar leeft is hier te vinden: In het jaar 1978 werden er door twee groepen geologen in Siberië twee belangrijke ontdekkingen gedaan. Een groep ontdekte in de bossen bij Sverdlovsk het voormalige Jekaterinburg, de stoffelijke resten van de Tsaren familie. Mijlen verder naar het oosten, aan de bovenloop van de Abakan, ontdekte een andere groep, de familie Lykov, bestaande uit vijf personen, die al 35 jaar verborgen in de taiga leefden, in totale afzondering. Met moeite werd hun vertrouwen gewonnen. Toen ze zich wat op hun gemak gingen voelen, tegenover hun ontdekkers, vertelden ze beetje bij beetje, hun verhalen. Ze aten van wat de taiga aan eetbaars opbracht. Van het zaai - en pootgoed dat de ouders nog uit de bewoonde wereld hadden meegenomen, waarmee ze door de jaren heen verder gekweekt hadden, was niet veel meer over dan opmerkelijk goed smakende aardappels en rogge. Roggepap was het favoriete maal van de familie. Ze kookten het in melkachtig sap, die van de cederbomen werd afgetapt. Vee of huisdieren hadden ze niet, daarmee werd de kans op ontdekking vergroot. Erg teleurgesteld waren ze toen ze in een bepaald jaar ontdekten dat de roggeoogst totaal door de muizen was opgegeten. Het volgende jaar zagen ze opeens iets opschieten tussen de aardappels, waarbij ze hun adem inhielden. Ja, echt er kwam een rogge-aartje tussen de aardappels omhoog. Het stengeltje werd beschermd en gekoesterd. Toen de aar rijp was, telden ze acht korrels. Die acht korrels werden het jaar daarop weer uitgezaaid en aan het eind van dat seizoen werd een schaal vol geoogst. Na het binnenhalen van de vierde oogst was het weer verantwoord om ervan te eten. Voor hun aardappels toonden kwekers grote belangstelling, omdat die ondanks de jarenlange doorteelt een goede, zelfs verbeterde smaak hadden gekregen. Het ras werd uiteraard de 'Lykov aardappel' genoemd. Het boek is geschreven door de Russische journalist; Vasilie Peskov en het heet:'kluizenaars in de taiga'. In de tuin staat een deel van de haver- en boekweit nog ongeoogst. Dat is bewust gedaan en bedoeld voor wintervoedsel voor de vogels en andere fauna. We hebben niet meer de charme van het ambachtelijk oogsten, met sikkel en pikhaak, maar we zien nu wel wat meer vogels, die in de tuin komen foerageren. Meer in aantal en ook in soorten. Het loont ook om zaden van diverse planten te laten overwinteren in particuliere tuinen. De vogelstand zal er wel bij varen.